zaterdag, september 06, 2025

Straffe vissersverhalen, visserslatijn


 De steiger aan de Grote Vijver was hun koninkrijk, een klein, houten eiland van rust in een verder drukke wereld. En de koningen? Vijf mannen die de zestig al een tijdje achter zich hadden gelaten, met de onvermijdelijke uniformen van hun rang: baseball-petten met logo's van merken die niet meer bestonden, jeansbroeken die hun beste jaren hadden gehad en T-shirts die strakker zaten dan ze zich konden herinneren. En natuurlijk, een vishengel in de hand.

Jan de Bruin zat in zijn stoel met een tevreden glimlach, starend naar zijn dobber. "Man, die karper van gisteren," begon hij met een luide zucht, "die was zo groot dat ik hem een postnummer had kunnen geven." De rest knikte plichtmatig, wetende dat Jan's visverhalen altijd de vis opbliezen tot mythologische proporties. Piet, een man met de droge humor van een woestijnzandkorrel, murmelde: "Een postnummer? Ik dacht dat je zei dat hij je hypotheek kon betalen, Jan."

De discussie werd onderbroken door een plotselinge, paniekerige blaf. Het was de Beagle van de groep, een levendige hond genaamd Bobbie, die net ontdekt had dat een eend niet van plan was om met hem te spelen. Bobbie’s geblaf werd al snel overstemd door de diepe, geruststellende blaf van Fons' zwarte Shetland Sheepdog, die rustig naast hem zat alsof hij over de chaos van de wereld lachte. "Rustig, jongen," zei Fons, "laat die eend maar. We hebben belangrijkere zaken te bespreken. Hebben jullie gehoord van die legendarische meerval in het oosten?"

Het gesprek ging verder over vissen, maar niet over vangen. De verhalen werden alsmaar groter, vol met ontsnapte vissen, kapotte hengels, en vislijnen die de kracht van een vrachtwagen hadden. Deze vissers zaten hier niet voor de vis, maar voor het vissen. Ze zaten er voor de verhalen en de vriendschap.

Jan de Bruin keek om zich heen, naar zijn vrienden, naar de honden, en naar de rimpelingen op het water. Hij dacht aan de vissen die ze nooit vingen, en aan de verhalen die ze elke week opnieuw vertelden. De lach van zijn vrienden was de beste vis die hij ooit had gevangen.



Geen opmerkingen: